Waarom geen trechterkraag

eten met kap

Het werkt sommigen op de lachspieren: een kat of een hond met een trechterkap om. Het arme dier loopt ongemakkelijk achteruit, botst met het gevaarte overal tegenaan, of blijft met de onderkant van de kap zelfs aan de grond hangen.

Met een ouderwetse trechterkap om kan uw huisdier nergens meer bij, ook niet bij zijn eigen etens- en drinkbakje. De kat kan niet door een kattenluikje, voor het geval hij wel de tuin in mag, kan ook niet gemakkelijk meer op een overkapte kattenbak, maar moet op een open bak zitten met alle luchtjes van dien. Last voor u en extra last voor uw zieke huisdier, dat zich toch al niet lekker voelt. Een kat voelt zich met al de genoemde beperkingen ook angstig, want de buitenwereld is voor een heel groot gedeelte voor hem afgesloten.

Iedereen kan zien dat het dier flink gehinderd wordt in zijn dagelijkse doen en laten en bovendien geen goed zicht heeft op zijn omgeving.

Een huisdier krijgt natuurlijk niet voor niets een dergelijke kap om. Na een operatie of bij een huidaandoening moet er een voorziening worden getroffen zodat het dier niet bij zijn wonden kan komen. Krabben of bijten kan de behandeling immers vertragen of zelfs geheel tenietdoen.

Een KalPetĀ®-kraag biedt hiervoor een slim alternatief.